70% van onze weerstand begint in je darmen. Je weerstand is in deze tijd nog nooit zo belangrijk geweest. In dit blog lees je wat je kunt doen om je weerstand te vergroten.
Weerstand en je darmen
De darm bevat 1000 verschillende soorten micro-organismen. 60 – 80% van het immuunsysteem zit rond de darm. Een evenwichtig microbioom (dat zijn de bacteriën in je darmen) speelt een essentiële rol in onze gezondheid en immuunsysteem. Dit evenwicht kan door diverse oorzaken uit balans raken. Belangrijke oorzaken kunnen bijvoorbeeld antibiotica of verkeerde voeding zijn. Voeding die voor jou gezond is, die je kunt verteren en voedingsstoffen die je kunt opnemen zijn belangrijk. Je darmen spelen hierbij een cruciale rol.
De communicatie tussen je brein en je darmen
Je brein en darmen staan voortdurend met elkaar in verbinding. Ze maken hierbij gebruik van dezelfde boodschappers stofjes. Deze boodschappers stofjes heten neurotransmitters en zorgen voor informatieoverdracht via de zenuwcellen. We kennen een groot aantal neurotransmitters, maar de meest belangrijke zijn wel Adrenaline, Noradrenaline, Dopamine, Acetylcholine, GABA en Serotonine.Als je darmen niet optimaal functioneren en de communicatie via de neurotransmitters niet voldoende kan plaatsvinden kun je allerlei gezondheidsklachten ontwikkelen.
Wat is de functie van die neurotransmitters?
Adrenaline
Deze kennen we allemaal beter als het ‘stresshormoon’, maar eigenlijk zou hij ‘overlevingshormoon’ mogen heten. Want dit hormoon en neurotransmitter zorgt ervoor dat we in de ‘fight, flight of freeze’ modus springen zodra we in gevaar zijn en/of stress ervaren. Te veel blootstelling aan stress zorgt voor een verslechtering van je microbioom.
Noradrenaline
Dit hormoon en neurotransmitter is een opwekkende neurotransmitter die noodzakelijk is om je te motiveren, te kunnen concentreren, alert te maken en herinneringen te vormen die je in je lange termijn geheugen kunt opslaan.
Dopamine
Deze neurotransmitter is onder andere verantwoordelijk voor je daadkracht, besluitvaardigheid, alertheid, zelfvertrouwen, focus en niet onbelangrijk; een goed werkend immuunsysteem. Juist dopamine is gevoelig voor overmatige blootstelling aan stress. Een verminderde aanmaak van dopamine merk je onder andere aan een verminderd libido, uitstelgedrag, verminderde emotionele controle en schildklierklachten. Naast stress kunnen ook slaapgebrek, alcohol, suikers en cafeïne factoren zijn die je dopaminegehalte kunnen verlagen.
Acetylcholine
Deze neurotransmitter is onder andere verantwoordelijk voor je creativiteit, empathisch vermogen, leervermogen en aandacht. Een gebrek aan acetylcholine merk je onder andere aan vergeetachtigheid, onhandigheid, trager denken en minder alertheid.
GABA
Deze neurotransmitter is een rustgevende neurotransmitter en onder andere verantwoordelijk voor je geduld, stress beheersing, structuur, verantwoordelijkheid en een goede prikkelverwerker. GABA wordt door de blootstelling aan veel prikkels snel onder druk gezet. We hebben onder meer glutamine nodig om GABA aan te maken. Als je intensief hebt gesport verbruik je meer glutamine. Voedingsmiddelen met glutamaat (bijvoorbeeld producten met de smaakversterker E621) remmen juist de aanmaak van GABA.
Serotonine
Deze neurotransmitter wordt ook wel het gelukshormoon genoemd. Het is onder andere verantwoordelijk voor je veerkracht, positiviteit, een goede darm- en slaapfunctie. Mensen met een hoog serotonine gehalte vinden vaak overal een oplossing voor. Een laag serotoninegehalte kan zich onder andere uiten in slapeloosheid, verstopping van de darm, paniekaanvallen en depressiviteit.
Neurotransmitters hebben wel de juiste voeding nodig
Om neurotransmitters te kunnen aanmaken moeten we voldoende grondstoffen ofwel voeding binnenkrijgen. Elke neurotransmitter heeft behoefte aan zijn eigen specifieke voedingsbronnen.
Voeding moet goed verteerd kunnen worden
Soms wordt onze voeding niet goed verteerd en worden de voedingsstoffen onvoldoende opgenomen in ons lichaam. Ook de opname van voedingsstoffen via supplementen kan dan minder zijn. Een goede darmwerking is cruciaal voor de aanmaak van jouw neurotransmitters. Dat betekent onder andere dat je voldoende ‘goede’ bacteriën nodig hebt om je eten te kunnen verteren. Vezels zijn de belangrijkste bron van voeding voor jouw darmbacteriën. Deze haal je het liefste uit groente en fruit. De vezels uit granen vinden jouw darmen minder aantrekkelijk. Maar soms mis je gewoon belangrijke enzymen om je voeding te kunnen verteren. Dat kan bijvoorbeeld komen door:
Onvoldoende te kauwen
Een te kort aan maagzuur
Voeding die de slijmvliezen aantast
Onvoldoende kauwen
Jouw vertering begint al in je mond. Door goed te kauwen maak je al de eerste enzymen aan; amylase. Dit enzym helpt je bij de vertering van koolhydraten.
Een te kort aan maagzuur
De eerste vertering van eiwitten en vetten begint in de maag. Voldoende maagzuur is dan wel belangrijk. Ook moet het maagzuur zuur genoeg zijn om de voeding goed te kunnen verteren. Als de maag minder zuur wordt is dat het signaal voor de maag om het voedsel door te laten naar het volgende station; de darmen. Maar als jouw maag door welke oorzaak standaard al niet voldoende zuur is, blijft jouw voeding niet lang genoeg in de maag om het goed te kunnen verteren.
Voeding die de slijmvliezen aantast
Ook je slijmvliezen van je hele spijsverteringskanaal (van mond tot anus) moeten optimaal functioneren. Jouw slijmvliezen werken als barrière voor stoffen die niet in je bloedbaan terecht mogen komen. Daarnaast helpen ze ook bij de opname van jouw voedingsstoffen. De slijmvliezen kunnen beschadigd raken door het eten van voeding die niet goed bij jouw lichaam past. Dat kunnen gluten, lactose, maar ook andere producten zijn waar jouw lichaam op reageert. Wil je weten waar jouw lichaam op reageert? Lees dan ons blog over ‘Gezonder eten! Maar hoe dan?’
Hoe snel mag je voeding je lichaam weer verlaten via je darmen?
Als je eiwitten niet snel genoeg verteerd, kunnen ze gaan rotten in je darmen. Een normale vertering van je voeding van inname via de mond tot uitscheiding via de darmen is ongeveer 24 uur. Dat kun je testen door bijvoorbeeld rode bieten te eten (dan kleurt je ontlasting de volgende dag rood). Te weinig beweging of een te kort aan vocht binnen krijgen kunnen oorzaken zijn van een langzame stoelgang.
Kijk eens wat vaker achterom nadat je naar het toilet bent geweest
Wist je dat jouw ontlasting je veel kan vertellen over de vertering van jouw voeding?
De vorm, samenstelling, kleur en geur van je ontlasting zegt iets over jouw stoelgang. Het is belangrijk dat je elke keer als je naar het toilet bent geweest even achteromkijkt. Misschien niet zo fris, maar wel noodzakelijk.
Download de stoelgangen kaart en beoordeel jouw ontlasting. Als jouw vertering optimaal verloopt zou je uitkomen op nummer 3 of 4.
Welke kleur heeft je ontlasting?
De normale kleur van je ontlasting is licht- tot donkerbruin. Hoe donkerder bruin je ontlasting is, hoe langer het in je lichaam heeft gezeten.
Is je ontlasting wit/grijs van kleur dan kan het zijn dat je galblaas niet optimaal functioneert. Heeft je ontlasting deze kleur of eigenlijk meer een gebrek aan kleur, neem dan contact op met je huisarts.
Je ontlasting kan een geel/groene kleur hebben als je veel groene bladgroente hebt gegeten. Ook kinderen die borstvoeding krijgen hebben vaak een groengele ontlasting. Maar een gele of groene ontlasting kan ook komen door een maagdarminfectie, verschillende aandoeningen van de lever- of galweg, alcoholgebruik, laxeermiddelen of voedingsintoleranties.Rode kool, bietjes, supplementen met veel ijzer en diarreeremmers kunnen rode of zwarte ontlasting geven. Dit geldt ook voor bloed. Helder bloed is vaak afkomstig van wondjes of aambeien in het laatste deel van het maagdarmkanaal of de anus. Bloed uit hoger gelegen delen wordt vaak zwart. Twijfel je of er sprake is van bloed in je ontlasting, neem dan contact op met je huisarts.
En hoe nu verder?
Ik hoop dat ik via dit blog duidelijk heb kunnen maken hoe belangrijk jouw neurotransmitters zijn en dat we daar gezonde darmen keihard bij nodig hebben. Door de juiste voeding te eten, genoeg te drinken, voldoende te bewegen, stress te verminderen en goed op de signalen van ons lichaam te letten kun je zelf al veel invloed uitoefenen op jouw weerstand. Soms heeft je lichaam echter toch wat hulp nodig. Eén van de stappen die jij kunt zetten om te kijken of jouw lichaam uit balans is, is door bijvoorbeeld een neurotransmitter test te doen.
Nieuwsgierig geworden naar jouw neurotransmitters en het effect op jouw weerstand? Download dan nu de gratis Quick Scan Neurotransmitters.